Item toegevoegd aan winkelwagentje!!

Naar winkelwagentje

Het gebouw en haar geschiedenis


Een stukje geschiedenis
van het kerkgebouw en de kerkelijke gemeente.

Bron: http://www.digibron.nl/search/detail/012ddd61953271c8983956a3/een-blinde-leidsman-wonderlijk-geleid  –  Geschreven vóór de restauratie van het gebouw en het opgaan van
de Hervormde gemeente en Gereformeerde kerk in de Protestantse Gemeente Mijdrecht.

Een blinde leidsman wonderlijk geleid
Mijdrechtse gemeente maakte bewogen ontwikkelingsproces door

“De wonderlijke leiding Gods met eenen blinden leidsman der blinden, op wegen en paden die hij niet kende”, noemde (Christiaan) Salomon Duytsch het boek over zijn levensloop, dat hij op 21 december 1770 voltooide. Bijna zeven jaar later werd deze vroegere Hongaarse rabbijn predikant in de Nederduitsch gereformeerde kerk van Mijdrecht.

Beroofd van zijn dochtertje, was de Joodse geestelijke in Nederland aangekomen, waar hem nog veel wederwaardigheden wachtten voordat hij in protestants Mijdrecht tot de bediening van Woord en sacrament kwam. Maar toch: “Immers zeg ik het nogmaals, al had ik al de schatten van alle koninkrijken en al de voorrechten en voordeelen van de gansche aarde moeten verlaten, nog heb ik op dit oogenblik geen berouw, wat zeg ik: berouw? Dat is de stof van mijne blijdschap, dat ik, ja juist ik verwaardigd ben geworden, zooveel smaad, armoede en verdrukking om den Naam van Christus te moeten lijden.”

Plotseling was hem in 1760 zijn vrouw ontvallen, waarna hij op verzoek van zijn schoonfamilie een paar maanden later met haar zus trouwde. Ten tijde van haar huwelijk was ze even oud als haar zus destijds: 14 jaar.

Nog geen anderhalf jaar later werd Salomon door de Heere stilgezet. Altijd had hij gemeend de zaligheid te moeten verdienen met ijverige studie, maar nu leerde hij dat dat grote goed uit genade alleen geschonken wordt.

In Hongarije werd het leven hem nu moeilijk gemaakt. Zijn vrouw verliet hem en nam het kind uit zijn eerste huwelijk mee. Duytsch was zijn leven niet meer zeker, zat acht dagen verscholen in een wijnkelder, zwierf acht maanden door Duitsland en kwam in 1763 naar Nederland. Overdag was hij rabbijn in Arnhem, ”s nachts bestudeerde hij stiekem het Nieuwe Testament.

In 1768 trouwde hij voor de derde maal, waarna hij op 7 september 1777 met de woorden van Zach. 8:23 in Mijdrecht tot predikant werd bevestigd. Efeze 3:8 werd de intredetekst: “Mij, de allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus.” Niet toevallig was Duytsch tijdens zijn classicaal examen bevraagd op “de Bekeringe der Joden in de laetste Daegen” en “de bewijsen dat Jesus van Nazareth alleen zij de Waere en Langbeloofde Messias.”

57 jaar

Ds. Chr. S. Duytsch kwam als kandidaat naar Mijdrecht. Het bleef zijn enige gemeente en hij overleed er in 1795 als dienstdoend predikant. Zo ging het ook met ds. E. van Eindhoven, die hier van 1696-1753, maar liefst 57 jaar, stond. Ook in 1648, 1678, 1692 en 1834 verloor Mijdrecht zijn predikant door de dood. Ds. A. van Heicop kwam in 1692 als kandidaat, maar overleed nog in datzelfde jaar, meldt het predikantenbord (de geschiedschrijver van de gemeente hanteert soms andere jaartallen).

Mijdrecht had een eigen predikant sinds 1624. Voordien beriep men samen met Thamen aan den Amstel (het huidige Uithoorn). Van de veertig predikanten die Mijdrecht in de periode 1624-1970 kreeg, kwamen er achttien als kandidaat. Verscheidene van hen hadden een bewogen levensloop. Ds. B. Grouwels (1679-1681) vertrok naar Nederlands-Indië en overleed in Malakka. Ds. R. van Bemmel (1681-1689) werd veldprediker, maar overleed in 1692, na slechts elf jaar predikant te zijn geweest. Zowel in 1769 als in 1777 zag Mijdrecht zijn predikant naar het Zeeuwse Veere vertrekken. Een bekend predikant in later tijd was ds. J. G. Woelderink (1912-1917).

Verschuivingen

Verscheidene malen maakte de hervormde gemeente een enorme verschuiving in identiteit door. Ds. Duytsch was een schriftuurlijk-bevindelijk prediker, maar van 1852-1856 stond dr. L. W. E. Rauwenhoff in Mijdrecht. Hij werd een bekend vrijzinnig hoogleraar in Leiden. Later stond ds. J. J. Westerbeek van Eerten in Mijdrecht, die er op 6 mei 1887 met de Doleantie meeging. Vervolgens behoorde de gemeente tot de gereformeerde-bondsrichting en in 1917 werd zelfs (ondanks kritiek van consulent Ouwejan) een beroep uitgebracht op ds. J. H. Koster (van 1915-1918 te ”s-Grevelduin-Capelle), in hedendaagse termen een ”gekrookte-rieter”. In 1920 werd er gesproken over de “avondmaalsmijding” van de kerkenraadsleden, die “in meerderheid geen deel aan den disch des N. V. (Nieuwen Verbonds, LV) nemen, de laatste maal zelfs niemand hunner.”

Een nieuwe ommezwaai volgde vanaf de jaren veertig. Enkele ouderlingen bedankten voor een herverkiezing en een ander werd niet herkozen, men ging gezangen zingen, het beroepingswerk veranderde, de zwarte ambtskleding werd geleidelijk afgeschaft en ook verdere vernieuwingen bleven niet achterwege. Binnen een luttel aantal jaren kwam men van afwijzing tot aanvaarding van de vrouw in het ambt.

Met de gereformeerde kerk zijn er inmiddels gezamenlijke avonddiensten, de ene maand in het gereformeerde kerkgebouw, de andere maand in het hervormde. Samen hebben ze ook een pastoraal werkster voor de bejaarden. De hervormde gemeente heeft sinds 1995 haar eerste vrouwelijke predikant, ds. M. A. Los.

De “nieuwe koers” en de gezamenlijke diensten met de gereformeerde kerk werden door geschiedschrijver dr. J. Haitsma zeer positief gewaardeerd en zijn jongste broer, D. Haitsma, noemde de oecumene een “genezingsproces.” Dirk Haitsma (1922-1996), burgemeester van Mijdrecht van 1971-1988, schreef dat in 1982 in het woord vooraf in het boek van dr. J. Haitsma, “Hervormd Mijdrecht in de loop van vier eeuwen, van 1568-1973″, waarin vooral ds. Duytsch uitgebreid beschreven wordt.

Latijns kruis

Na de publicatie van Haitsma”s boek is het onderzoek niet stopgezet. Kortgeleden werd in een oude oorkonde ontdekt dat de Reformatie in Mijdrecht pas in 1586 kwam. Het gotische kerkje was toen een jaar of dertig oud. Foto”s zijn er niet van bekend, wel een ets van Jan de Beijer. Doordat de fundamenten ervan anders liggen dan bij de huidige kerk, is een deel van het kerkhof onbruikbaar.

Op de begraafplaats zijn in de kerkmuur twee gedenkstenen zichtbaar: “De eerste steen gelegd door den heer K. van Wieringen den 24 Junij 1857” en: “Ingewijd door Dr. J. K. Koch naar aanl. van Hagg. II:10a den 27 Junij 1858.” Op het kerkhof worden nog altijd inwoners ter aarde besteld.

De huidige kerk werd gebouwd in de vorm van een Latijns kruis: een vierkant met drie kapellen en één langer gedeelte. “Dat verwacht je niet in reformatorisch Nederland, maar deze gemeente was toen vrijzinnig. Het Griekse kruis werd vaker gebruikt, zoals in Renswoude”, zegt kerkvoogd P. C. Grundmann.

De architect werd aangetrokken uit de omgeving. Boote de Vries, afkomstig uit een molenbouwersfamilie, ontwierp de derde bedijking bij Mijdrecht en ook de vierde (droogmaking Groot-Mijdrecht), maar tevens de hervormde kerken van Zegveld en Mijdrecht. Daarnaast was hij wethouder in Wilnis en zat hij samen met de burgemeester in de Staten van Utrecht.

Na de oude kerk moest ook de oude toren wegens bouwvalligheid het veld ruimen. De nieuwe werd in 1885 in een mengvorm van renaissance en gothiek gebouwd. De klok dateert uit 1668.

Betreurenswaardig

Na een binnenbrand in 1931 had de kerk geen dooptuin meer. In 1966/1967 werd het interieur vernieuwd. Het klassieke meubilair verdween. De avondmaalstafel kreeg een centrale plaats. Hij werd neergezet in de halfronde consistorie, die bij de kerk getrokken werd. Voor de financiering werd voor 150.000 gulden aan renteloze obligatieleningen uitgezet. De jaarlijkse uitloting had plaats op de verjaardag van ds. C. van Herwaarden.

De ingreep wordt 32 jaar later diep betreurd. “Men meende de kerk eigentijdser te moeten maken, maar het bleek zeer tijdgebonden. Nu zeggen we: Waar zijn ze mee beziggeweest! Het huidige interieur is somber en kil”, zeggen J. R. Bokje, koster sinds 1987, en kerkvoogd Grundmann. Preekstoel, banken, halfronde avondmaalstafel, het mist warmte en sfeer. Met spijt laten Bokje en Grundmann foto”s van het vroegere interieur zien: “Een prachtige preekstoel. En kijk die doopvont eens…” Het is verdwenen.

Al even betreurenswaardig vinden ze de veranderingen in de omgeving van de kerk. “Het hart van Mijdrecht is vreselijk toegetakeld. In de Dorpsstraat is bijna al het oude afgebroken en de kerk is in een achterafhoekje komen te liggen.”

Restauraties

In de kerk is de restauratie van het uit 1840/1841 daterende Batzorgel nagenoeg gereed. Op gebouw “Irene” prijken tientallen bordjes van sponsors. In de balk onder het orgel zitten inkepingen die nu nutteloos zijn, maar laten zien dat het orgel nog uit de vorige kerk afkomstig is. De orgelkas is in de jaren zestig wit gemaakt, maar krijgt nu zijn oorspronkelijke kleur terug. Het houtsnijwerk, ook wit, wordt van bladgoud voorzien.

Dit jaar wordt de gehele muur rond het orgel opgeknapt. De moderne galerij uit 1966 wordt vervangen door klassieke panelen, die tegen de muur worden bevestigd, zodat het orgel ook letterlijk weer uitstekend functioneert.

Op het kerkdak is enkele jaren geleden het rubberoid vervangen door leien. Ook de rest van de kerk wil men (onder leiding van de Loosdrechtse architect P. D. van Vliet) in oude staat herstellen, maar die plannen zijn nog vaag. Op de buitenmuur zou de pleisterlaag (inmiddels van wit veranderd in grauw) verwijderd moeten worden, zodat het vochtprobleem in de kerk verdwijnt. “Het verhaal gaat ook dat de kerk met zeezand is gebouwd, waardoor het zout werkt.” Van de binnenmuren moet het ”hobbelige” cement worden verwijderd, waarna de glad gestucadoorde muren een lichtere kleur krijgen. De moderne lampen kunnen vervangen worden door kronen. De galerij is onmisbaar, want de morgendiensten worden door zo”n 400 mensen bezocht.